Voor ontslagen arbeiders richtte Ariëns in 1895 te Haaksbergen een coöperatieve textielfabriek op, De Eendracht.
Aan het eind van de 18e eeuw was het onrustig onder de textielarbeiders in Haaksbergen. De collega's in Enschede verdienden veel meer. De bestuurders van de R.K. Twensche Arbeidersbond besloten om te gaan staken. Maar Ariëns hield de staking tegen.
Op 23 oktober 1894 werden door de direktie van Jordaan & Zoonen 37 katholieke arbeiders onslagen. Het motief: "Er was te weining werk". Ariëns had in een eerder stadium de arbeiders van de bond, die door hem was opgericht, verboden om te gaan staken. Om iets terug te kunnen doen richtte hij een naamloze Maatschappij op en van het kapitaal werd een fabriek ingericht in het verenigingsgebouw van St.-Joseph, op de hoek van de Braak en de Werfheegde (nu Dr. Ariënssstraat).
In deze fabriek konden de ontslagen arbeiders weer aan het werk. De afzet van de producten verliep moeilijk, de winkeliers kenden het bedrijf niet en hadden weinig interesse in stalen van stoffen van een onbekende firma. Daarbij kwam als extra handicap dat de firmanten van Jordaan hun winkelbedrijven en grossiers bewerkten om geen producten van De Eendracht af te nemen. Na enkele ups maar meer downs moest De Eendracht in 1907 sluiten. De weverij, spoelerij, machinekamer, ketelhuis en terreinen werden door een Brabantse fabrikant, een stroman van Jordaan, afgemijnd op vijfduizend gulden.
De nieuwe eigenaar, Jordaan & Zoonen, brak alle gebouwen af en liet op de fundamenten drie dubbele woonhuizen bouwen.