KAF EN KOREN Column (uit TCTubantia 11 november 2017)
Hoe merkwaardig het ook mag overkomen dat het jongste gebouw van de Saxion Hogescholen in Enschede vernoemd is naar de rooms-katholieke priester Alphonse Marie Auguste Joseph Arïens (1860-1928), dat besluit is niet meer dan terecht genomen. Saxion heeft al zijn panden de naam van een bekende persoon uit Twente gegeven. Alphons Arïens staat nu in het rijtje met Epi Drost en Ko Wieringa. Delen van die gebouwen dragen alleen achternamen: Wolvecamp, Haanstra, Elderink, Schierbeek, Hofstede Crull, Stork en Hazemeijer. Eigenlijk was er ook geen andere keuze mogelijk. Het nieuwste Saxiongebouw is het voormalige ziekenhuis Medisch Spectrum Twente aan het Arïensplein. Op dat plein is Alphons Arïens in brons afgebeeld als een ingetogen, wat stijve, statige en strenge man, die in diep gepeins verzonken is.
Alphons Arïens, die 15 jaar kapelaan was in Enschede, trok zich op het einde van de negentiende eeuw het lot van de rooms-katholieke arbeiders aan. Hij organiseerde ze in arbeidersverenigingen en vakbonden en streed tegen het wijdverbreide drankmisbruik.
Het gedachtegoed en de spiritualiteit van Alphons Arïens zijn actueler dan ooit. Enschede was in de jaren van zijn verblijf een troosteloze provinciestad, zwart van de rook met alleen textielfabrieken en armoedige arbeiderswoningen. Arïens verdiepte zich direct na zijn aankomst in wat destijds de 'sociale kwestie' genoemd werd: de zeer slechte woon- en werkomstandigheden, de lange arbeidsduur, de lage lonen en de vrouwen- en kinderarbeid. De jonge Enschedese kapelaan liet zich leiden door de katholieke sociale leer, zoals die zich vanaf de encycliek Rerum Novarum van paus Leo XII uit 1891 ontwikkeld heeft. De samenleving, die de katholieke sociale leer propageerde, positioneerde zich tussen het kapitalisme en het socialisme. Voortdurend heeft de katholieke sociale doctrine zich scherp gekeerd tegen het ongebreidelde kapitalisme, waarvan de uitwassen bestreden dienen te worden en waarbij aan arbeiders het recht toegekend werd zich te organiseren in vakorganisaties om hun belangen te kunnen verdedigen.
Een eeuw na Alphons Arïens bestaat er nog altijd een 'sociale kwestie'. In de huidige, zo veelgeprezen vrije markt-economie groeit de kloof tussen arm en rijk, worden de bodemschatten op nietsontziende wijze geplunderd en wordt het milieu onherstelbaar aangetast. De liberale vrije markt-economie is bovendien niet in staat bestaanszekerheid te bieden aan grote delen van de bevolking. Banen worden vernietigd, arbeid wordt uitgestoten en gemarginaliseerd, sociale voorzieningen worden teruggeschroefd, mensen worden teruggeworpen op hun vermogen om te kunnen overleven.
De sociale priester was ervan overtuigd dat een samenleving een bezield verband nodig heeft, een gemeenschappelijk ideaal en verbindende waarden, die voortkomen uit het geloof. Het ging hem om de materiële en spirituele verheffing van de arbeiders. Daarbij hoorde ook het streven om hen voor de katholieke kerk te behouden en ze uit de invloedssfeer van het socialisme te houden. Een bezield verband is in onze tegenwoordige samenleving nauwelijks nog te ontdekken. Individualisme, consumentisme en genotzucht daarentegen vieren hoogtij. Mensen hebben geen boodschap aan plichten tegenover de gemeenschap, maar eisen wel hun rechten op. In die zin is het denken van Alphons Arïens nog steeds actueel. Zijn naam verdient het om in ere gehouden te worden.
@TheoKrabbe
TCTubantia 11 november 2017