Thema: ‘Verheugt u’
Morgen, broeders en zusters, vindt in de Sint Willibrordabdij in Doetinchem, een klooster van elf Benedictijner monniken, de zegening plaats van een nieuwe abt: pater Henry Vesseur, 57 jaar oud, zal deze abtszegening ontvangen van onze aartsbisschop, kardinaal Eijk. Een feestelijk gebeuren, niet alleen voor de abdij zelf, maar ook voor de velen die met deze abdij verbonden zijn en de vele gasten die er jaar in jaar uit komen en gaan, mensen die in de stilte God willen zoeken.
Een kleine abdij, maar met veel uitstraling die velen sterkt in leven en geloof. Een kleine abdij die het laatst jaar weer enkele novicen ofwel kandidaten heeft mogen verwelkomen; teken dat God altijd weer nieuwe toekomst geeft. Een groep monniken die - door bidden en werken - God in hun persoonlijk leven en samenleven centraal stellen, die op deze wijze Jezus willen volgen, monniken, mannen van vlees en bloed, die hun grootse vreugde in het leven hebben gevonden in Jezus Christus. Niets of niemand anders kan ons in dit leven en ook niet in het leven na dit aardse leven een grotere vreugde geven dan Hij, God zelf.
Het Ariënscomité heeft aan deze Ariënsgedachtenisviering het thema meegegeven: ‘Verheugt u’. Het zijn de woorden die paus Franciscus heeft verbonden aan het Jaar van het Religieuze leven, waarin de Kerk zich nu bevindt.
Dat wij ons nu als Kerk in het Jaar van het Religieuze even bevinden, dat is, denk ik, in de aandacht naar de achtergrond geraakt. Wat toch meer onze aandacht heeft is het komende Jaar van de Barmhartigheid, en nu nog meer het grote drama van de vluchtelingencrises, de oorlog in het Midden-Oosten en de grote onzekerheid en angst wat dat alles met zich meebrengt, zeker ook sinds vrijdag na de vreselijke terreuraanslagen in Parijs.
‘Verheugt u!’ … het kan nu ver weg klinken. En toch, die woorden gelden zonder meer. Ze komen uit de profeet Jesaja (66, 10): een oproep om ons met Jeruzalem, met het volk van God, te verheugen, want God geeft na tijden van nood nieuw leven.
‘Verheugt u!’ Het doet ons denken aan de boodschap van de engel Gabriël aan Maria. Maria mocht zich verheugen want zij had “genade gevonden bij God”. Maria mocht Jezus ontvangen in haar schoot, zij zou de moeder worden van onze Heer. En dat in een tijd van grote onrust en verwarring. De Romeinen hadden het land bezet. De mensen gingen gebukt onder grote angst en onvrede. ‘Verheugt u’. Te midden van alle angst, zorgen en pijn, zal God ons nooit alleen laten en nieuw leven, nieuwe toekomst geven. ‘Verheugt u’, want Ik ben bij je, zegt God daarmee tegen ieder van ons.
Het is de ervaring van Alfons Ariëns. Hij die als priester en lid van de Derde Orde van Sint Franciscus, zijn leven had toegewijd aan God, hij heeft in zijn leven veel zorgen gekend, juist ook hier in Enschede, veel strijd moeten leveren, zeker ook in zijn persoonlijk leven, en toch bleef bij dat alles zijn diepste vreugde God zelf, Hij die tot ons komt in Jezus Christus, vooral in de Heilige Eucharistie.
In de tweede lezing vandaag wordt gesproken over het offer van Jezus aan het kruis. Het offer dat Hij voor ons gebracht heeft, eens en vooral, om ons met God te verzoenen. Ariëns wijst er in zijn preken op dat de Eucharistie ofwel het Heilig Misoffer ons verenigt met onze Heer Jezus. Daarom noemt Hij dit sacrament de meest kostbaarste schat die wij op aarde hebben. Want daar is Jezus als vriend voor ons, als geen ander.
Dat onze Heer Jezus, Hij in wie God zelf tot ons komt, onze grootste vriend is, onze enige en uiteindelijke vrede, dat is reden om ons – te midden van alles wat er speelt in ons leven en in dat van onze wereld aan zorgen, narigheid, verdriet – dat is reden om nooit te wanhopen en om ons te blijven verheugen, omdat God altijd bij ons is, ja, onze Heer Jezus wacht altijd op ons, met name als Hij zichzelf aan ons geeft in het sacrament van de Eucharistie. Het is letterlijk en figuurlijk zonde als wij daarvan wegblijven, want dan laten wij zijn aanbod liggen, zijn vriendschap uit liefde voor ieder van ons.
In het Evangelie, broeders en zusters, spreek onze Heer ons over de laatste dingen. Hij kondigt aan dat er tijden van verschrikkingen zullen komen. Verschrikkelijke tijden zijn er meerdere malen geweest in de geschiedenis, zo erg dat velen dachten dat het einde der tijden gekomen was. En die verschrikkelijke tijden voltrekken zich ook nu in het Midden-Oosten. Niet voor niets ontvluchten velen, waaronder juist ook onze medechristenen die worden vervolgd, deze tragedie.
Het kan ons somber of nog erger maken, muren doen optrekken, ons onzeker of zelfs angstig maken. Dat kan ons afstompen, verlammen. Maar dat is het laatste wat Jezus wil. Hij roept met zijn woorden ons op om ‘waakzaam’ te zijn, om ons hoofd opgericht te houden, om te blijven bidden, om daarvoor samen te blijven komen, om met elkaar anderen recht te doen, elkaar te doen leven, vooral zij die in nood zijn. Het is juist door ons bidden, door ons vieren van de Eucharistie en door ons helpen van medemensen in nood, dat God zich in ons verheugt.
En dat zijn vreugde in ons is, in ons blijft, in ons gevoed blijft worden. daarvoor hoeven wij allemaal monnik te zijn. Maar wat een zegen dat die er zijn, die religieuzen en priesters! Alfons Ariëns laat zien hoe één enkele priester velen, ook nog jaren zijn dood, kan blijven inspireren, ja, een teken is van God die met ons bezig blijft. God die in één enkele mens heel veel moois kan laten zien.
Die ene enkele mens, die mens naar Gods hart, geroepen om een vriend van onze Heer Jezus te zijn, die ene enkele mens - zoals Alfons Ariëns - , die zijn wij, ieder van ons. Daarom: ‘Verheugt u’!
Mgr. Woorts