Het Ariënsbeeld van Bon Ingen-Housz
- Details
- Written by: Hub Crijns
Hub Crijns is vice-voorzitter van het Ariëns-Comité
In Enschede is op 16 juni 1934 in tegenwoordigheid van geheel katholiek Nederland het drie meter hoge standbeeld onthuld van Alphons Ariëns, dat in opdracht van het Ariëns-Comité onder voorzitterschap van Jonkheer Charles Ruys de Beerenbrouck gemaakt is door het atelier August Falise. In 1937 ontstaat in katholiek Nederland behoefte aan meer afbeeldingen van de priester Alphons Ariëns, stichter van o.m. de RK Arbeidersbeweging en de RK drankbestrijdingsbeweging Sobriëtas. Het Ariëns-Comité, het RK Werkliedenverbond en Sobriëtas schrijven in 1937 een prijsvraag uit voor het maken van tekeningen, afbeeldingen of beelden van Alphons Ariëns, waar een 40-tal kunstenaars aan meedoet. Uiteindelijk laat Dr. Gerard Brom, voorzitter van de commissie, de Ariëns tekening van Jan Toorop uit 1907 winnen.
Ariëns beeld door Bon Ingen-Housz
De kunstenaar Bon Ingen-Housz (1881-1953) maakt in 1937 na de onthulling van het drie meter hoge standbeeld van Alphons Ariëns van August Falise in 1934 een eigen impressie van deze sculptuur, een weergave van Ariëns, staande in soutane. Met zijn gekruiste armen en licht gebogen hoofd maakt Ariëns een bedachtzame indruk. Ten opzichte van Falises uitvoering is de geheven linkerhand tegen het hoofd iets gezakt, tot onder de kin. Ook is het silhouet smaller en langgerekter. In Ingen-Housz’ gestileerde vormgeving is bovendien de invloed van het Duitse classicisme te herkennen, waar hij aan het begin van de twintigste eeuw kennis mee maakte. Een van Ariëns’ beste vrienden, Arnold Engels, heeft bemiddeld tussen de kunstenaar en het R.K. Werkliedenverbond, dat graag een beeld van Ariëns wilde produceren voor afname in eigen kringen.
Bonaventura Maria Alphonsus (Bon) Ingen-Housz
Bon Ingen-Housz (*Breda, 25 april 1881 - † Breda, 16 december 1953) is een telg van een vooraanstaande Bredase familie, die voornamelijk bestond uit bankiers en artsen. Hij werd opgeleid aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Hij was in 1908 de winnaar van de Prix de Rome voor beeldhouwkunst, met een beeld van Mercurius. Ingen-Housz werkte mee aan beeldhouw projecten in Amsterdam (Stedelijk Museum Amsterdam en grafmonument voor Jo van Heutsz), Den Haag en Rotterdam. Ingen-Housz was docent aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag van 1918 tot 1946.
Opdracht door het RK Werkliedenverbond
Op dinsdag 28 december 1937 houdt het landelijk RK Werkliedenverbond in Utrecht een verbondsvergadering, waarin het bronzen beeld van Bon Ingen-Housz ten toon wordt gesteld. De indruk is positief: “het beeld is uitstekend, is het beste, wat er op dit gebied is; zó was Ariëns in zijn beste tijd; men had nog nimmer een zó goed gelijkend beeldje van Ariëns gezien.” Men neemt het besluit om vanuit de aangesloten hoofdbesturen en bonden de opdracht voor een serie beelden te laten vervaardigen. Een brief van 6 januari 1938 brengt het nieuws naar hoofdbesturen en bonden. In de brief staan offerte prijzen vermeld. “De prijs is, wanneer in totaal niet meer dan 19 stuks besteld zouden worden ƒ 88, -. Bij afname van 20 tot 49 stuks wordt de prijs ƒ 75,25. Kunnen we in totaal 50 tot 99 stuks plaatsen, dan wordt de prijs gereduceerd tot ƒ 59,75. Bij een aantal van 100 of meer wordt de prijs geleidelijk nog iets lager.” Uit latere berichten van RKWV en KAJ blijkt dat het beeld te koop wordt aangeboden voor de prijs van ƒ 59,- franco met verpakking, hetgeen duidt op een bestelling van minstens vijftig exemplaren.
Serie gegoten in Leiden
Het Ariëns-Comité heeft inmiddels via een schriftelijke bron van de ‘Nieuwe Haarlemsche courant’, jaargang 64, nummer 21317, dinsdag 09 augustus 1938, pag. 5 ontdekt, dat er in 1938 bij de kunstgieterij van de N.V. Eerste Nederlandsche Witmetaalfabriek aan de Doezastraat te Leiden (tot 1937 Prowaseck) een serie van 25 beelden besteld is. Hoogte: 52.0 cm, breedte: 14.2 cm, diepte: 16.0 cm. Gewicht: ongeveer 10 kilo. Gelet op de bronnen rond de besluitvorming en gelet op hetgeen thans bekend is over de serie beelden, is aannemelijk dat naast de bestelling door het RK Werkliedenverbond, er ook een bestelling is gedaan door de Katholieke Arbeiders Jeugd (K.A.J), waarvan het landelijk bureau gehuisvest is in dat van het landelijk bureau van het RK Werkliedenverbond. Van de serie Ariëns beelden zijn exemplaren geplaatst in bureaus van het RK Werkliedenverbond. Men verkoopt aan eigen afdelingen en aan particulieren. Er zijn tussen 1938 en 1940 beelden uitgereikt aan jubilarissen binnen het R.K. Werkliedenverbond, en de Katholieke Arbeiders Jeugd zoals aan Jos Veldman (Utrecht), Johan Mulders (Venlo), Jan Pieter Wenders (Houthem), J. de Koning (Maastricht), Nico Schuurmans (Vught), Ton van Herpen (IJmond).
Ariënsbeelden in musea
In de loop van de tijd zijn verschillende exemplaren van de serie bronzen beelden in musea terecht gekomen.
Een Ariënsbeeld is in 1981 aangekocht door het Catharijne Convent te Utrecht van W.J. Lenssinck, en het heeft objectnummer RMCC b00046.
Een ander exemplaar is in het bezit van het gemeentemuseum Helmond onder inventarisnummer 80-643 in de collectie Mens en Werk. De herkomst is onbekend.
Het museum Krona te Uden heeft onder inventarisnummer 201 een beeld ontvangen van de NKV-afdeling Tilburg. Het beeld staat toegeschreven aan August Falise met als jaar 1934, terwijl het origineel van Bon Ingen Housz is uit 1937, en de serie beelden van 1938 dateert.
Ariënsbeelden in plaatsen waar Ariëns geweest is
Vanwege de activiteiten van het Ariëns-Comité en het ijveren voor de zaligverklaring van Alphons Ariëns zijn exemplaren van de serie bronzen beelden op plaatsen terecht gekomen, waar Ariëns geweest is. Het voert voor dit artikel te ver om van elk beeld de historie te vertellen.
Er zijn Ariënsbeelden aanwezig in het geboortehuis van Alphons Ariëns aan de Hamburgerstraat 38 te Utrecht; in de hal van het Ariënsinstituut aan de Keistraat; en in het gebouw van het Aartsbisdom Utrecht aan de Maliebaan.
In de hal van basisschool De Pionier in Maarssen staat een Ariënsbeeld en de parochiegemeenschap Hl. Hart te Maarssen heeft in 2023 een exemplaar gekregen van het Ariëns-Comité, ter plaatsing in de entree van de Hl Hartkerk.
Bij het jubileum van de parochie in juni 2001, waarbij herdacht is dat Alphons Ariëns een eeuw geleden pastoor werd van de parochie, is een Ariënsbeeld geplaatst in de St. Willebordkerk in Steenderen.
Het Ariëns Comité Haaksbergen kan in 1991 door schenking een Ariënsbeeld plaatsen in de St. Pancratiuskerk.
In 2015 komt via schenking een exemplaar in het bezit van de Jacobus de Meerdere parochie in Enschede, dat geplaatst is in de Maria-Ariëns kapel. In het Ariëns verzorgingshuis (thans Ariënsstaete) in Enschede staat een Ariënsbeeld op een stilteplek naast de kapel, met erboven een portret van Alphons Ariëns, geschilderd door de Twentse kunstenaar Jan Slot.
Een uitgebreider verhaal over de geschiedenis van de beelden daterend van september 2020 is te lezen op https://vakbondshistorie.nl/dossiers/geschiedenis-van-het-beeld-alphons-ariens/
Het Mgr. Ariëns schilderij door Jan Brugge
Hub Crijns is vice-voorzitter van het Ariëns-Comité
In 1955 heeft het bestuur van het St.-Jozefziekenhuis te Doetinchem aan het moederhuis van de zusters van St.-Jozef te Amersfoort uit dankbaarheid voor het werk, dat de zusters nu reeds dertig jaar in het ziekenhuis verrichten, een schilderij van Mgr. Dr. Alphons Ariëns geschonken. Het is vervaardigd door Jan Brugge uit Deventer, voor wie het de eerste officiële opdracht was.
Mgr. dr. A. Ariëns werd na zijn pastoraat in oktober 1926 te Maarssen bijna twee jaar in het klooster te Amersfoort verpleegd; hij stierf hier op 7 augustus 1928. Het schilderij stelt Mgr. Ariëns ten voeten uit voor, gekleed volgens zijn waardigheid van Geheim Kamerheer van de Paus, waartoe hij door de H. Vader in 1919 werd benoemd. Op de achtergrond bevinden zich Enschedese fabrieken en de kerk van Maarssen, waartussen een kruis als symbool van het contact, dat Mgr. Ariëns legde tussen zijn aardse en zijn geestelijke werk. De rechterhand rust op het Evangelie, dat geplaatst is op een boomstronk, waaruit een nieuwe loot ontspruit, om aan te duiden, dat na de dood van deze voorname katholieke sociale voorman zijn werk werd voortgezet. Een hagedis, het middeleeuwse teken van de zuiverheid, vormt het accent in het schilderij. De kunstschilder Jan Brugge heeft in zijn weergave van Mgr. Ariëns de middenweg gevonden tussen de markante schets van Jan Toorop uit 1907 en een foto van monseigneur uit zijn studententijd. Het schilderij is in 1955 geplaatst in de grote spreekkamer van het moederhuis te Amersfoort, waar mgr. Ariëns zijn laatste levensdagen doorbracht.
Portret van een schilder
‘De Zuid Limburger’, jaargang 37, nummer 14, woensdag 1 februari 1956, pag. 3 schetst een portret van de schilder Jan Brugge. “De 37-jarige Deventerse kunstschilder Jan Brugge is door zijn laatste schilderij van Mgr. Ariëns plotseling in de publieke belangstelling gekomen. Niet dat dit een van de eerste schilderijen van Jan Brugge is, maar het is het eerste schilderij dat hij in opdracht gemaakt heeft. Nu hangt er in de vroegere kamer van Mgr. Ariëns, in de kamer waar hij zijn laatste levensdagen sleet, in het Moederhuis van de Zusters van Amersfoort, een modern licht-getint schilderij met deze belangrijke katholieke voorman ten voeten uit, die streng kijkt over zijn eigen omgeving, de eenvoudige meubilering en de stoelen, die behalve de bekleding nog dezelfde gebleven zijn. Men kan zeggen dat dit moderne schilderij hier niet past, maar het is Mgr. Ariëns en die past er volkomen. De zusters, die het schilderij cadeau hebben gekregen moesten er eerst wat aan wennen, maar zijn thans zeer ingenomen met dit blijk van dankbaarheid van het bestuur van het Doetinchemse ziekenhuis, waar de Zusters sinds 30 jaar de verpleging op haar hebben genomen.
Jan Brugge is een middelgrote gestalte van wie de excentriciteit niet afdruipt, maar bij wie men de artistieke inslag kan herkennen aan zijn beweeglijkheid. Zijn lange slanke handen en de fijn besneden trekken in zijn gezicht. Jan Brugge kreeg zijn kunstschildersopleiding aan de Arnhemse academie, waarna hij enige tijd optrad als illustrator. Veel muurschilderingen verzorgde hij o.a. in een wit-gele kruisgebouw en in kantines en kortelings voorzag hij een kinderbijbel van illustraties. De schilder, die zijn hart aan Deventer verpand heeft, houdt regelmatig exposities. In het komende voorjaar hoopt hij enige reliëfs ten toon te stellen, die de vruchten zijn van zijn groeiende belangstelling voor de beeldhouwkunst. “Ik heb een bijbaantje als tekenleraar aan de HBS”, zegt Jan Brugge, gezeten tegenover het schilderij van Mgr. Ariëns, “en ’s woensdags om de veertien dagen komen kinderen van 7 tot en met 14 jaar op boetseer-, schilder of tekenles. Ouder neem ik ze niet, dan moeten ze het zelf maar uitzoeken”. Geregeld vertoefde Jan Brugge in het buitenland. Een voorkeur heeft hij daarbij voor Frankrijk. In het kader van het plan van de arts uit Holten is Jan Brugge naar Zuid-Frankrijk geweest. Zoals men weet worden de kunstenaars, die volgens dit plan enkele maanden de gelegenheid krijgen in Frankrijk te werken, ondergebracht in een hotel, waar zij de eigenaar betalen met een schilderij. Van het werk dat in het zonnig zuiden is verricht houdt men dan na afloop een tentoonstelling. Momenteel voelt Jan Brugge zich gebonden aan huis, want hij heeft een zoontje van anderhalf jaar en sinds negen weken een dochtertje.”
Reis door de tijd
Het Ariëns schilderij van Jan Brugge heeft een hele tijd verbleven in het klooster van de zusters van Sint Jozef in Amersfoort. Ergens eind jaren zestig of begin jaren zeventig is het teruggekeerd naar de gemeenschap van de zusters van Sint Jozef in Doetinchem. Na de opheffing van deze gemeenschap is het schilderij aan een onbekende reis begonnen, die uiteindelijk geëindigd is in Steenderen. Wie bij die reis zijn betrokken geweest en in welke jaren is anno 2024 nog niet zo heel duidelijk.
Als er in 2008 een boek wordt gemaakt over leven en werk van de schilder Jan Brugge (R.H. Smit-Muller, ‘Jan Brugge 1918-2000’, uitgave 2008, pag. 33-36.) staat er als voetnoot bij de vermelding van het schilderij van Alphons Ariëns, dat in 2005 de verblijfplaats van het schilderij onbekend is. Vermoedelijk is dit toen nagevraagd bij de zusters van Sint Jozef in Amersfoort. Vice-voorzitter van het Ariëns-Comité Hub Crijns heeft in het jaar 2015 meerdere contacten met zuster Riet Boere, voorzitter van het bestuur van de congregatie zusters van Sint Joseph te Amersfoort. Zuster Boere draagt brieven, gedachtenisprentjes, publicaties en de koffer van Ariëns over aan het Ariëns-Comité. Dit Ariëns archief is afkomstig van Zuster Stanislaus (in leven Johanna Geertruida Antoinetta Wibier, geboren 10 juli 1900 te Enschede en overleden 27 februari 1988 te Amersfoort), die Mgr. Alphons Ariëns gedurende zijn tweejarig verblijf bijstond en verpleegde en aanwezig was bij zijn overlijden. De koffer gebruikte Mgr. Ariëns in zijn laatste levensjaar, toen hij ten gunste van het Sint Petrus Liefdewerk pastoors bezocht in de provincie Utrecht. Het ondersteunde de opleiding van inlandse priesters in de missiegebieden. Herhaalde navraag naar het schilderij van Jan Brugge levert bij de zusters van Sint Jozef in Amersfoort geen actuele herinnering op. De verblijfplaats is onbekend. Het schilderij moet als verloren worden beschouwd.
Ariëns schilderij teruggevonden
Begin oktober 2023 is Willie Geurts op de zolder van de oude sacristie van de Sint Willibrorduskerk in Steenderen op zoek naar een verdwenen kruis. Het kruis vindt hij niet, maar wel een groot schilderij met een afbeelding van oud pastoor Alphons Ariëns. Navraag bij het Ariëns-Comité leert dat het een schilderij is dat al heel lang zoek is.
Misschien is het schilderij, zo is een eerste veronderstelling, via pater Han Lohman Ofm of pater Emiel Gemmeke, beide deelnemers aan de kerkelijke rechtbank van het eerste diocesaan zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns, in Steenderen terecht gekomen. Want zij hebben veel contacten gehad met de zusters van Sint Jozef in Amersfoort, waaronder zuster Stanislaus, die Alphons Ariëns verzorgd heeft in de twee jaar dat hij in Amersfoort heeft gewoond.
Inmiddels is in Steenderen navraag gedaan rond het schilderij. Het blijkt dat het schilderij eind jaren zestig, begin jaren zeventig van Amersfoort terug is gegaan naar de communiteit van de zusters van Sint Jozef in Doetinchem.
Toen die communiteit werd opgeheven heeft Wim Jansen samen met Hans van Wijk van Dijnselburg de boedel van de zusters opgehaald. Het schilderij van Ariëns was daar evenwel niet bij. Het jaar van deze gebeurtenis is onbekend, maar valt tussen 1975 en 1979.
Wim Jansen denkt dat Stef Kaak in Terborg het schilderij heeft gekregen of verworven van de zusters uit Doetinchem. Stef Kaak was een katholieke, sociale en goudeerlijke ondernemer uit Terborg. Hij is op 22 maart 2009 overleden, 88 jaar oud (geboren 7 november 1920). Hans de Beukelaer (70) uit IJzerlo heeft een boek over hem geschreven in opdracht van de familie. De titel: Stef Kaak, een kleurrijk portret van een eigengereide Achterhoekse ondernemer, verschenen in juni 2021.
Vervolgens is het Ariëns schilderij waarschijnlijk via pastoor Rigter naar Steenderen gegaan. In 1977 werd pastoor Rigter benoemd in Steenderen, hij zorgde voor nieuwe “oude” altaren, kruiswegstaties en andere aankledingen in de Sint Willibrorduskerk. Pastoor H.L. Rigter is onverwacht overleden op 25 juni 1979.
En daar in Steenderen is het op enig moment (wellicht na het overlijden van pastoor Rigter) op de zolder van de oude sacristie beland, waardoor het uit het geheugen van de geloofsgemeenschap Sint Willibrord in Steenderen is verdwenen.
Tot het schilderij begin oktober 2023 door Willie Geurts is teruggevonden.
Revitalisering
Op 19 november is het Ariëns schilderij ten toon gesteld in de Ariëns gedachtenisviering in de Jacobus de Meerdere kerk te Enschede. Maria Schotman heeft het schilderij van Steenderen naar Enschede vervoerd in een bestelwagen en weer terug.
Inmiddels is het schilderij ook afgebeeld op de nieuwe gebedsfolders, die het Ariëns-Comité midden november heeft laten drukken in een oplage van 2.000 exemplaren.
In december 2023 heeft Hub Crijns het schilderij opgehaald in Steenderen om het te laten restaureren. Dat werk is verricht door restaurateur Meuwissen in Maarn. Er is rechtsboven een scheur in het doek en in de rechterbovenhoek is verf losgeraakt van de grondering. Het schilderij is niet gevernist. Het doek zit los op het spanraam en moet opnieuw opgedoekt. En het spanraam hangt los in de lijst en dient verstevigd.
De restauratie van het schilderij is half januari 2024 klaar. Het Ariëns-Comité is inmiddels doende aan het overleggen waar het schilderij het beste kan worden geplaatst.
Foto 1: Het Ariëns schilderij tijdens de Ariëns gedachtenisviering Enschede 2023.
Foto 2: Het Ariëns schilderij na de restauratie
Herdenking 2010; Ariëns relikwie in de Lodewijkkerk te Leiden
Uit: ‘Rondom de kerk’, 6(2010)2, parochieblad van de Petrus & Paulusparochie Leiden, Ariëns pag. 22, zoals digitaal gevonden op https://rkleiden.nl/wp-content/uploads/2011/02/RdK-6-2.pdf gelezen op 22 juli 2019.
Alphons Ariens 1
Zoals eerder beschreven (in het juni nummer van Rondom de Kerk blz. 22) beschikt de H. Lodewijkkerk over een bijzonder ‘relikwie’. Een kruisbeeld dat ooit van Alphons Ariëns is geweest.
Onderstaande foto’s zijn per mail ontvangen van de Lodewijkparochie Leiden op 23 juli 2019 – Hub Crijns
Er zijn verschillende vermeldingen van dit kruis in de literatuur.
Willem van der Pas schrijft in ‘Het Centrum – Utrechtsch katholiek Dagblad’ van woensdag 28 december 1955 over het schilderij van Ariëns dat door de schilder Jan Brugge is aangeboden aan de zusters van St Jozef te Amersfoort en aldaar geplaatst in de werkkamer die pastoor Ariëns gebruikt heeft.
“De twee kamers, die hij had, waren sober gemeubileerd met geleende spullen. Want de meubelen in Maarssen moesten allen verkocht worden, opdat de schulden betaald zouden kunnen worden.... ook zijn kelk en een staand kruisbeeld, welke Ariëns zeer dierbaar waren. Het laatste werd hem later weer in bruikleen gegeven.”
Willem van der Plas is in 1955 op bezoek geweest bij de Zusters van Sint Joseph in Amersfoort om informatie en verhalen te verzamelen rond de laatste periode van Alphons Ariëns. In ‘Omhoog, Parochieblad van het Aartsbisdom Utrecht’ van vrijdag 17 februari 1956 vertelt hij verder over wat hij heeft gevonden.
“Daar bewoonde Ariëns de grote spreekkamer, rechts van de voordeur; ze was tot zitkamer ingericht. Zijn slaapkamer was verderop de gang in, links. De meubels waren alle van vreemde herkomst, van de Zusters en van vrienden. Zijn eigen ameublementen te Maarssen