Faam van heiligheid en zaligverklaringsproces van Dr. Alphons Ariëns

Ariëns Lezing 2018 zoals gehouden door
Hub Crijns, vice-voorzitter van het Ariëns-Comité,
in het Sint Janscentrum Bisdom ’s-Hertogenbosch
te ’s-Hertogenbosch
op woensdag 20 juni 2018.

Beste mensen, ik ben Hub Crijns en ik ben vice-voorzitter van het Ariëns-Comité. De voorzitter is Aartsbisschop Mgr. Eijk. Het Ariëns-Comité heeft als voornaamste taak het zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns verder te brengen, zodat er na de diocesane fase in een apostolische fase in Rome een afronding komt in de schriftelijke onderzoeksprocedure. We hopen en bidden dat al dit werk leidt tot een zaligverklaring van Alphons Ariëns. We zijn in 2001 begonnen met Ariëns Lezingen en u kunt op onze site alle teksten, die we hebben, terugvinden. Niet allemaal, omdat een Lezing niet door ging en we van een andere de tekst niet hebben. Maar de Lezingen waarvan we de tekst hebben, vindt u op onze site: www.arienscomite.nl. U vindt op de site ook alle informatie over ons doen en laten, over Ariëns en zijn historie. We zijn langzamerhand de site aan het vullen met documenten uit het verleden. Dus als u uw interesse voor Ariëns wilt uitbouwen, bezoek de site. We hebben hier in onze stand ook documentatie liggen, die u kunt meenemen of voor een klein prijsje kan aanschaffen. Andersom, als u nog iets heeft of via een ander vindt van of over Ariëns, dat u kwijt wil, neem dan contact op met ons, het Ariëns-Comité. Wij zijn bijzonder geïnteresseerd in alles wat met Ariëns te maken heeft en willen alles graag hebben.
Vanmiddag is onze hoofdspreker bisschop de Korte en hij zal spreken over ‘Alphons Ariëns en de missionaire opdracht van de Kerk’. Ariëns is in het begin van zijn priesterloopbaan heel bekend geworden als kapelaan in Enschede en de tijd die hij daar heeft doorgebracht met de oprichting van de katholieke arbeidersbeweging en van Sobriëtas, de katholieke matigheidsbeweging. Daarna is hij pastoor in Steenderen geworden en daarna in Maarssen. Hij is in al die jaren bekend geworden als de emancipator van de katholieke zuil. Je kan in die tijd geen katholieke beweging vinden of Ariëns staat wel ergens aan het begin of in de zijlijn zijn zegen te geven dat het allemaal goed is dat de katholieken zichzelf organiseren. Hij is in de laatste periode van zijn leven actief geweest als missionaris zal ik maar zeggen, of verkondiger, of prediker van het geloof. Dat is wat minder bekend, maar daar ligt juist de grote kracht van Ariëns, en op dat laatste zal bisschop de Korte verder ingaan.

Ik mag u nog iets vertellen over de faam van heiligheid en het zaligverklaringsproces van Dr. Alphons Ariëns. U bent waarschijnlijk nieuwsgierig naar hoe een en ander er momenteel voorstaat.

Overlijden van Ariëns

Dit jaar is het op 7 augustus 2018 negentig jaar geleden dat Alphons Ariëns overleed op 68-jarige leeftijd in Amersfoort, en op dat moment begint de geschiedenis van de devotie en van het Ariëns-Comité. Prof. Gerard Brom schrijft een ‘In Memoriam’ in de kranten: “Een volstrekt éénig man, voor wien onze bewondering altijd grooter werd en voor wien onzen eerbied en onze liefde even sterk groeiden. Wat hij allemaal gedaan heeft mag een boek vullen, dat binnen een jaar verdient geschreeven te zijn. Want is er één leven voorbeeldig, dan dit ongelooflijk vruchtbaar leven, waarin de goede werken elkaar opvolgden als de woorden bij een ander.” Brom heeft het over eerbied voor Ariëns en na zijn dood is die alleen maar groter geworden. Hij is inderdaad de biograaf van Ariëns geworden. Hij schreef dit citaat in augustus 1928, maar de biografie in twee delen kwam pas in 1941 uit. Er moest daartoe nog heel wat werk verricht worden.

Faam van heiligheid en devotie

Het is opvallend dat al tijdens zijn leven en zeker in de laatste tien jaar van zijn leven vele katholieken er van overtuigd waren dat Ariëns een heilige was, en er ontstaat dan bij zijn leven al devotie. Na zijn overlijden reppen alle kranten van die week in de terugblikken dat een belangrijk man gestorven is, en ook een heilig man. Op 21 augustus 1928 wordt een Mgr. Dr. Ariëns-Comité opgericht om de nagedachtenis van de priester ‘op een waardige wijze blijvend te eeren’. Initiator en voorzitter is minister-president jhr. mr. C.J.M. Ruijs de Beerenbrouck. Hij is gedurende zijn leven vanuit de devotie de initiator van het op gang komen van een zaligverklaringsproces. Dit Ariëns-Comité heeft twee concrete doelen voor ogen: de oprichting van een standbeeld van Ariëns en het bouwen van een gedachteniskerk. Beide dienen in Enschede gerealiseerd te worden. De onthulling van het beeld geschiedt al in 1934, hetgeen voor die tijd heel erg snel is geweest. Zeker als je meeneemt dat het een heel kostbaar beeld is, ook voor die tijd. De in gebruikneming van de gedachteniskerk heeft langer geduurd. Pas in 1954 is de bouw klaar en wordt de Ariëns gedachteniskerk in gebruik genomen. Maar omdat een kerk niet genoemd kan worden naar iemand die nog niet heilig is, heet die dus anders in Enschede, nl. de Hl Hartkerk. Inmiddels is het helaas geen kerk meer, maar is het een onderdeel van een meubelhal geworden, en in dit korte verhaal vind je iets terug van de historie van de katholieke kerk. De bouw van die kerk heeft met het optreden van dit eerste Comité weinig meer van doen en hangt samen met de op gang gekomen initiatieven tot zaligverklaring, en komt later weer bij het Comité terug. In 1928 verschijnt ook het eerste bidprentje van Ariëns en er zullen er nog vele volgen in allerlei variaties.

Procedure van een zaligverklaring

Na de standbeeldonthulling in Enschede in juni 1934 informeert Ruijs de Beerenbrouck in januari 1935 te Rome naar de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de zaligverklaring van Ariëns mogelijk te maken. In Rome is de Sacra Congregatie voor de Riten verantwoordelijk voor de zalig- en heiligenverklaringen en zij is op 22 januari 1588 opgericht door Paus Sixtus V met de Bulle Immensa Aeterni Dei. De Sacra Congregatie voor de Riten behandelt zowel de zaken die te maken hebben met goddelijke devotie als de zaken rond zaligen en heiligen. Er zijn vier stappen te zetten in een kerkelijk proces, die elk leiden tot vier graden, te weten: Dienaar Gods, aangetoonde Eerbiedwaardigheid, Zaligverklaring en Heiligverklaring. Voor de zalig- en heiligverklaring zijn bijzondere tekenen vereist, die in een kerkelijke rechtbank zijn aangetoond. De vorming van een Comité en de benoeming van een postulator behoren tot de eerste vereisten van een diocesaan onderzoek, dat gedaan moet worden door het bisdom, waar de candidaat vandaan komt. Bij de aartsbisschop dient vervolgens het verzoek door het volk te worden ingediend om een proces te beginnen. Als dat is gestart, heeft het Comité de taak om de devotie tot de overledene en het inroepen van zijn hulp te propageren. Plaatjes en prentjes kunnen worden gedrukt en gelovigen worden aangespoord om te bidden voor de voorspraak en gebedsverhoring met hopelijk een wonder. De drie laatste stappen (de Apostolische fase) vinden plaats in Rome, waar de historische feiten en de deugden van de Dienaar Gods worden onderzocht. Een wonder dient door een kerkelijke rechtbank te worden aangetoond, en dan weer bevestigd in Rome. Als het gaat om een fysieke of lichamelijke genezing, dan worden er in de rechtbank artsen bijgehaald, die ondervraagd worden op hun kennis rond het bijzondere dat gebeurd is. Die artsen dienen naar hun kennis en weten weergeven van wat ze er van denken. Als de artsen verklaren dat zij met hun kennis buiten het spel staan en niet weten wat er gebeurd is, dan kan de Kerk zeggen dat de genade Gods op voorspraak van de candidaat doel heeft getroffen.

Herdenkingen, lezingen, artikelen en boeken

Na de dood van Alphons Ariëns worden overal in het land herdenkingen gehouden. Het meest in de kringen die voortgekomen zijn uit zijn werken: de katholieke arbeidersbeweging, de katholieke matigheidsbeweging Sobriëtas, de Kruis- en Mariaverbonden, de katholieke vrouwenbeweging, het Geert Grote Genootschap, de Dr. Ariëns vereniging voor de verpleging van alcoholisten, Concordia levensverzekering, woningbouwvereniging, het Wit-Gele Kruis, enz.. Deze katholieke organisaties heeft Ariëns opgericht en in de lokale afdelingen herdenken zij de stichter. Op Allerzielen (2 november) 1928 wordt zijn graf behalve door parochianen ook door mensen van elders uit het land bezocht en dit wordt in volgende jaren een traditie. Rond zijn sterfdag van 7 augustus komt het Ariëns-Comité bij elkaar en bezoekt na deelname aan de Hl Mis het graf en zo ontstaat een traditie, die negentig jaar later nog steeds gaande is. Tijdens de vele herdenkingen, die in het land gehouden worden, spreken allerlei mensen en de naam en faam van Alphons Ariëns doen de ronde. De lezingen komen in artikelen terecht of brochures. De artikelen en brochures leiden tot boeken. De meest indringende is de biografie ‘Alfons Ariëns’ van Prof. Gerard Brom, die eind 1941 verschijnt in twee delen van ongeveer 1.300 bladzijden. Het boek is daarna vaak gerecenseerd. Het valt op door de feitenkennis en het vele gebruik van de bronnen van Ariëns zelf, vooral van zijn talloze brieven. De wetenschappelijke waarde van de biografie is heel hoog, ook als bron voor het ontstaan van de vele katholieke organisaties. Er is ook kritiek op het boek. De kritiek is dat Brom als vereerder van Ariëns zijn hoofdpersoon altijd in een positieve rol neerzet en tegenstanders aan de kant schrijft. In die rol is Brom niet helemaal objectief, zoals wij dat nu zeggen. Maar als je dit eenmaal weet is het een heel mooi boek om te lezen. Er zijn in de loop van de tijd meer boeken over Ariëns verschenen. De meest recente boeken zijn die van Henri ten Have uit 2008 ‘De liefde van Christus laat ons geen rust. Een spirituele biografie van Alphons Ariëns’ en de promotie van Gerrit Deems uit 2011 ‘Een ‘andere’ Ariëns. De Doctrina Socialis van Dr. Alphons Ariëns (1860-1928)’. Het boek van Henri ten Have is mede door het Ariëns-Comité ondersteund ontstaan en is heel bijzonder omdat het een van de weinige biografieën is die ingaat op het spiritueel en theologisch denken van Ariëns. De promovendus Deems gaat ook in op de filosofie en theologie van Ariëns en zet hem neer in de context van zijn tijd. Ook dat is uniek. Alle andere biografieën hebben gemeen, dat ze een beetje wegwandelen van pastoraat, spiritualiteit en theologie en omschrijven waarom Ariëns als emancipator zo belangrijk is geweest. De biografie van Henri ten Have is inmiddels voor ons werk vertaald in het Italiaans, als onderdeel van onze nieuwe in te dienen Positio.

Diocesaan proces

De voorzitter van het Ariëns Comité, Prof. Dr. L. Rogier, verzoekt de aartsbisschop van Utrecht Bernardus Alfrink op 7 februari 1956 met een suppliek een beatificatieproces (proces voor de zaligverklaring) van Alphons Ariëns aanhangig te maken. Het verzoekschrift is door talrijke instanties en organisaties uit de katholieke wereld ondertekend, alsmede door vele gelovigen van de parochies waar Ariëns gewerkt heeft, door bisschoppen en leiders van religieuze ordes en congregaties. Mede ter ondersteuning van het beatificatieproces wordt het Ariëns Comité op 28 juli 1958 omgezet in een stichting Het Ariëns-Comité. De start van het zaligverklaringsproces binnen dertig jaar na overlijden geschiedt tijdens de Ariënsdag op 3 augustus 1958 in de parochiekerk van Maarssen, waar de kerkelijke rechtbank onder voorzitterschap van Kardinaal B. Alfrink wordt geïnstalleerd. De opdracht voor de rechtbank is om op drievoudige manier documentatie te verzamelen en onderzoek te doen, te weten ‘super fama sanctitatis’ (over de heilige faam), ‘super non cultu’ (over de devotie door en voor het volk) en ‘super scriptis’ (over de geschriften). Pater Eleuterius Han Lohman o.f.m. wordt benoemd tot postulator. Het proces duurt zeven jaar en op Ariënsdag 1965 kan Kardinaal Alfrink de slotzitting van het proces doen en de postulator krijgt de opdracht de stukken naar Rome te brengen. Er gaat een aantal stevige hutkoffers met papieren naar Rome. U moet dan denken aan meer dan 3.500 brieven, meer dan 500 boekjes en brochures, tijdschriften van Ariëns, plus de notulen van de zittingen van de rechtbank en de verklaringen van alle getuigen. De stukken van het Proces zijn in het Latijn en het Italiaans vertaald.

Apostolisch Proces

De Apostolische fase van het proces wordt in Rome in 1958 geopend en gaat met verschillende stappen duren tot 1983. Advocaat Salvatore M. Vitale dient in oktober 1983 de gedrukte samenvattende ‘Positio super cause introductione’ inzake het zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns in bij de Sacra Congregatio pro Causis Sanctorum in Rome. Dit gebonden boek in rode band met gouden opdruk met Positio Numero 1061 draagt als volledige titel: Ultraiecten. Beatificationes et canonizationes Servi Dei Alfonsi M. Ariëns sacerdos saecularis tertii ordinis franciscalis sodalis (1860-1928). Het boek bevat alle tot dan toe gebruikte samenvattingen en stukken uit het apostolisch proces en deze zijn of in het Italiaans of in het Latijn opgesteld. En toen is er iets fout gegaan en het is achteraf niet goed te reconstrueren wat fout is gegaan. In Rome is een en ander formeel gewijzigd. In Nederland is begin jaren tachtig het klimaat over het nut van zaligverklaringsprocessen gewijzigd. Informatie uit Rome in 2005 leert dat er toen in 1983 een afsluitend kerkelijk Tribunaal gehouden had moeten worden in het aartsbisdom Utrecht, met een antwoord op de gemaakte vragen en opmerkingen uit Rome. Dat is om niet opgehelderde redenen niet gebeurd.

Nieuw diocesaan proces en schrijven Positio

Na vooronderzoek door vicaris P. Rentinck is in 2005 een kerkelijke rechtbank geopend, die als taak had de fama sanctitatis van Alphons Ariëns te onderzoeken, ofwel vast te stellen dat er nog een levende devotie is. Dat onderzoek is in 2005 gehouden met nieuwe getuigen, die over hun devotie voor Ariëns verklaringen hebben afgelegd, en in 2006 is dit proces afgesloten, en zijn de stukken weer naar Rome overgebracht. Daarna heeft het Ariëns-Comité vanuit Rome de opdracht gekregen de ‘Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsi Ariëns’ te herschrijven in het Italiaans met alle bronnen erbij en opnieuw in te dienen. Ook is de opdracht gegeven om de periode sinds het overlijden van priester Alphons Ariëns mee te nemen. Met die taak is het Ariëns-Comité druk doende. We hebben nu vier van de zes hoofdstukken klaar: de samenvatting van de getuigen van de twee processen die gehouden zijn, de biografie, de bron documentatie waarnaar de biografie verwijst, geciteerd, in de context geplaatst en vertaald in het Italiaans, en een beschrijving van de deugden van Ariëns met verwijzing naar de voorafgaande hoofdstukken. De laatste twee hoofdstukken zijn nu onder behandeling door mezelf en onze secretaris Jan Hinke. Het gaat om een onderzoek naar de fama sanctitatis (de faam van heiligheid) en de fama signorum (de faam van tekenen). Het laatste gaat om getuigen die verklaren dat hen iets bijzonders is gebeurd op voordracht van Alphons Ariëns, of een gebedsverhoring. In elke decade van onze geschiedenis hebben we getuigen van bijzondere tekenen. We hebben geen getuige van een wonder. Wel een getuigenis van een bijna wonder. Maar in de stukken van toen is er een medicus, die kon verklaren waarom er een genezing had plaatsgevonden, en zoals ik eerder al verteld heb, als een medicus een verklaring kan geven, is er geen sprake van een bijzondere gebeurtenis op voorspraak van. Het getuigenis blijft wel opgenomen in onze fama signorum. De verwachting is dat dit dikke boek in 2019 kan worden ingediend in Rome. Het zal vermoedelijk ook via een kerkelijke rechtbank ingediend moeten worden, maar dat zullen we nog met de aartsbisschop van Utrecht bespreken. U heeft nu een beetje een beeld van wat er allemaal door ons Comité gedaan is in de afgelopen jaren. Het lijkt soms op een gebed zonder einde. Soms lijkt het ook wel alsof Ariëns zelf er geen zin in heeft. Maar voor ons blijft gelden: hetgeen door Ruijs de Beerenbrouck en zijn generatie begonnen is, zullen wij voortzetten en volbrengen.

icon1