Preek van kardinaal Eijk ter gelegenheid van:

Ariënsherdenking, Maarssen, 22ste Zondag d/h Jaar, 28 augustus 2016

Jezus raadt Zijn volgelingen, dus ons, aan om bewust te kiezen voor de laatste plaats en niet voor
de voornaamste plaats. Alleen daarom al is het ondenkbaar dat het christelijk geloof voor veel
mensen in onze samenleving aantrekkelijk is. De hedendaagse mens, een individualist in hart en
nieren, vol van zichzelf, zet zichzelf op een podium en is geneigd zichzelf op te blazen en anderen
te beschouwen als toeschouwers van zijn leven. Hij moet als individu schitteren en boven anderen
uitsteken. We leven dan ook in een uitgesproken prestatiemaatschappij: je moet de hoogste cijfers
hebben, beter scoren dan medemensen in de wereld van de wetenschap, de sport of de commercie, door
inkomen en uiterlijk, kortom op zoveel mogelijk terreinen.

De trotse individualist loopt uiteraard regelmatig een knauw op: constant lopen we mensen tegen het
lijf die er net iets beter uitzien, net iets beter presteren. En die wonden die we daarmee oplopen,
proberen we aan de buitenkant te behandelen: door een poging nog iets beter te presteren etc. Maar
dat helpt niet, zo’n therapie aan de buitenkant, die verergert de kwaal uiteindelijk maar. Wat
nodig is, zo zegt het boek Sirach, waaruit de 1ste lezing is genomen, is een therapie van binnen:

          “Voor de kwaal van een hoogmoedige is er geen genezing, want de kwaal zit in zijn hart.”

De therapie moet plaatsvinden op het niveau van het hart, het innerlijk van de mens. Het gaat om
het innerlijk van de mens dat van trots moet worden genezen, dat wil zeggen bevrijd, zodanig dat
hij kan kiezen voor nederigheid in plaats van aanzien. Zodat hij ervoor kiest te dienen in plaats
van gediend te worden. Jezus trok tijdens Zijn aardse leven zonder vaste woon- of verblijfplaats
rond in Israël om het Evangelie te verkondigen. Hij kwam bij rijken over de vloer, maar ging net zo
goed om met de minsten: armen, zieken, zondaars, tollenaars, prostituees. Zijn dood aan het kruis
was een vernederende doodstraf voor misdadigers zonder burgerrechten. Door tot het uiterste te gaan
in tegenstelling tot de eerste mens verdiende hij voor ons de mogelijkheid tot genezing.

Een christen is iemand die – zoals de naam zegt – Christus volgt. Dit betekent dat hij evenals
Jezus bewust moet kiezen voor de laatste plaats. Hoe impopulair dat in onze tijd ook mag klinken,
dit blijft de essentie van de navolging van Christus. Ook nu voor ons.

Maar hoe doe je zoiets, kiezen voor de minste plaats? Waar moet je dan beginnen? De grote leraren
in de navolging van Christus wijzen erop dat je je niet direct op de nederigheid als deugd moet
storten, omdat je dan het risico loopt op jezelf gefocust te blijven. De nederigheid houdt echter
in wezen in dat je je blik richt naar wat buiten je is. Dat je de blik op Jezus richt, op de
grootsheid van God en de kleinheid van de mens, op de eeuwigheid en de beperkingen van de tijd
waarin wij leven. Op de hoop op het eeuwig paradijs en de bedreigingen die wij in ons leven
ondergaan vanwege onze zwakheid.

Wie ‘ja’ wil zeggen op de oproep van Jezus om de laatste plaats in te nemen, moet eenvoudigweg
beginnen met liefhebben en Christus in anderen te dienen. Dat is de weg die Jezus uit liefde tot de
mens vanuit de hemel naar de aarde bracht, die Hem liet omgaan met zieken, zondaars en lijdende
mensen om hen bij te staan en te dienen. Dit is de weg van de liefde die Hem bracht tot het geven
van Zijn leven voor ons op Calvarië, waar Hij zich heeft
vernederd, gehoorzaam tot de dood aan een kruis (vgl. Fil. 2,8).

De navolging van Christus is voor de mens die de wortel van de trots en aanmatiging in zijn
hart draagt, verre van gemakkelijk. Daarom helpt God ons die weg te vinden en op te gaan doordat
Hij ervoor zorgt dat wij in Zijn Kerk mensen kunnen ontmoeten die deze weg gegaan zijn. Bij uitstek
is dat natuurlijk Maria, de moeder van Christus, de eerste van de Kerk.

Wij kunnen ook denken aan onze Utrechtse priester Alphons Ariëns, die we vandaag als dienaar Gods
gedenken. Alphons Ariëns volgde in zijn leven het advies dat Jezus geeft in het evangelie van deze
zondag. Hij koos er bewust voor de minsten die hij als kapelaan in de armenwijken van Enschede
aantrof op te zoeken en bij te staan, in navolging van Jezus. Hij zocht daarin niet zichzelf. Wat
hij voor de arbeiders organiseerde om hen uit hun ellendige situatie te verheffen tot een
waarachtig menselijk bestaan, bracht hem in conflict met anderen, zijn meerderen, zelfs met zijn
aartsbisschop. Die laatste had overigens ook zorg voor de soms minder doordachte en enigszins
onstuimige projecten van Alphons.
Maar ook een oprecht christen en priester heeft tijd nodig om te groeien in zijn rol en
verantwoordelijkheid.
De zorg van Alphons Ariëns voor de noodlijdende arbeiders van zijn tijd leidde uiteindelijk tot de
oprichting van de eerste katholieke vakbond in Nederland en tal van andere initiatieven, gericht op
het vinden van een structureel antwoord op maatschappelijke noden van zijn tijd.

De inzet van Alphons Ariëns voor het op gang komen van de katholieke sociale beweging vond
uiteindelijk zijn oorsprong in zijn fundamentele christelijke levenshouding. Trots heeft hij
afgelegd. Wie hem persoonlijk hebben gekend, hebben allen getuigd dat hij een bescheiden mens was.
In zijn Verdieping van het godsdienstig leven laat hij zien hoezeer hij doordrongen is van
Christus’ grootheid en zijn eigen kleinheid:
“Op zichzelf genomen betekent een mensenleven bitter weinig. Maar zoals het eenvoudigste landschap
er anders uit gaat zien als de zon haar stralen erover werpt, zo wordt ook het eenvoudigste
mensenleven mooi als het verlicht wordt door Jezus, die de zon der gerechtigheid is. Als we
wandelen in Zijn licht, als we Zijn leer oprecht willen maken tot het richtsnoer van ons leven, als
we edelmoedig onze menselijke tekortkomingen opzij zetten, zoals traagheid, gemak- en genotzucht,
die net als de wolken het licht tegenhouden; als we verder kracht bij Hem zoeken, zoals de Kerk ons
dat leert, met andere woorden als we Jezus maken tot middelpunt van ons leven – ja dan zal ons
leven mooi zijn.”
Zijn kracht zocht en vond Alphons Ariëns vooral in de dagelijkse viering van de Eucharistie, die
hij zag als “het hoogste, het verhevenste dat een priester mag doen.”

Met Christus als middelpunt van zijn leven was Alphons Ariëns bereid zichzelf weg te cijferen, al
zijn krachten in te zetten om zijn medemensen, ook de minderen in de samenleving, te dienen. In een
preek tijdens een huwelijksviering riep hij het bruidspaar op Christus na te volgen in Diens
liefde, die ook de bereidheid inhoudt om offers te brengen:
“Tot zo’n liefde zijn jullie geroepen. Niet tot de wereldse liefde, die in wezen alleen zichzelf
zoekt, maar tot de christelijke liefde, die zichzelf kan vergeten; die eigen geluk weet achter te
stellen bij het geluk van de ander.”
In zijn leven en in zijn verkondiging was Alphons Ariëns een mens en priester in wie het Evangelie
van deze zondag als het ware vlees wordt. Wie niet zichzelf, maar Christus als middelpunt van zijn
leven maakt en samen met Hem bereid is de minste plaats in te nemen,
zal ontdekken hoe mooi dit leven kan zijn en het eeuwig leven daadwerkelijk is. Amen.